Hoogbegaafdheid en trauma komen vaker voor dan je denkt. Een paar belangrijke punten uit dit artikel over hoogbegaafdheid en trauma zijn:
De eerste trauma’s die hoogbegaafde mensen oplopen hangen vaak samen met impliciete afwijzing door hun eigen ouders.
Hoogbegaafde mensen zijn vaak opgegroeid zonder dat aan de behoefte werd voldaan om op iemand te kunnen leunen die groter en sterker was.
Hoogbegaafde mensen kunnen zich snel overweldigd en overprikkeld voelen en het vertrouwen in anderen verliezen. Maar gelukkig kan je leren er voor jezelf te zijn en vooruit te komen.
De meeste mensen kunnen zich niet voorstellen dat een mens ook nadelen ondervindt van hoogbegaafdheid. Je hebt een gave immers, je bent slimmer, doorziet sneller dingen, dus waarom zou je daardoor een trauma oplopen?
Afgunst en trauma binnen het gezin van herkomst
In de praktijk ligt die gave van hoogbegaafdheid toch iets gecompliceerder. Hoogbegaafde mensen kunnen te maken hebben met afgunst. Bijvoorbeeld doordat ze mensen op dingen wijzen waarop ze liever niet gewezen willen worden. Dat kan in allerlei contexten voorkomen, maar de grootste bron van trauma ligt toch vaak bij het gezin van herkomst.
Hoe trauma bij hoogbegaafdheid kan ontstaan
1. Impliciete afwijzing van hoogbegaafden
De eerste trauma’s die hoogbegaafde kinderen kunnen oplopen hangt vaak samen met de impliciete afwijzing van hun ouders. Het kan zijn dat je ouders zich geïntimideerd voelen door je inzicht, intelligentie en de vragen die je stelt. Misschien hebben ze ergens het gevoel (gehad) dat je door ze heen kan kijken en inzicht hebt in hun kwetsbaarheden, hun schijnheiligheid, fouten en zwaktes: allemaal eigenschappen die ze normaalgesproken zoveel mogelijk voor hun kinderen verborgen willen houden.
Het kan zijn dat ze de snelheid van je inzichten als hoogbegaafd kind, je eerlijkheid en je intelligentie als bedreigend hebben ervaren en (vermoedelijk onbewust) een muur hebben opgetrokken. Als je als kind ervaart dat je ouders zich op een bepaald niveau geïntimideerd voelen door je, kan je dit als afwijzing ervaren en je in de steek gelaten voelen. Voor het jonge kind dat je was, kan het voelen alsof je in zekere zin een ouder had verloren die er voor je had moeten zijn.
Omdat je altijd al slim was en inzicht had, heb je vaak al van jongs af aan je ouders bijgestaan om dingen voor elkaar te krijgen of om dingen te begrijpen. Dit kunnen hele praktische dingen zijn, bijvoorbeeld op het gebied van taal of technologie, maar het kan ook minder duidelijk zichtbaar zijn. Misschien was je degene die je ouders ook emotioneel bijstond, wanneer ze het zwaar hadden, of met raad en advies kwam, of ze dingen moest uitleggen. Wanneer een patroon erin sluipt dat je de ouder van je eigen ouders wordt, en dat al van jongs af aan, is het moeilijk om dat patroon los te laten als volwassene. Zelfs als je er zelf last van hebt en er alles aan doet, bestaat de kans dat je ouders die steun niet zomaar willen opgeven.
De derde manier waarop hoogbegaafde mensen tijdens hun jeugd getraumatiseerd kunnen raken is doordat er niet is voldaan aan een essentiële behoefte die kinderen hebben: het hebben van iemand die groter en sterker is dan zijzelf op wie ze kunnen leunen.
Het slimme kind als concurrent van de eigen ouders
De meeste ouders doen natuurlijk hun best om het zo goed mogelijk te doen, maar niet alle volwassenen zijn in staat om hun kinderen een stevig anker te bieden. Misschien was het wel andersom en wilden ze juist jouw goedkeuring, dat jij hun emotionele steun gaf en voor ze zorgde of wilden ze bevestiging dat ze het goed deden als ouders. Misschien concurreerden ze gek genoeg juist wel met je, in plaats van je aan te moedigen.
Ook een competent kind heeft steun van volwassenen nodig
Omdat je als kind slim en competent was, leek je misschien onafhankelijk te zijn en weinig nodig te hebben, maar ieder kind verlangt naar volwassen anderen waarop je kan leunen en die je kunt vertrouwen, zodat er ook even voor jou werd gezorgd en zodat iemand anders even de leiding en de verantwoordelijkheid nam.
Als kind was je misschien al gevoelig voor dingen die erom je heen gebeurden. Je stelde je jezelf al grote filosofische vragen over de dood en de zin van het leven. Misschien voelde je je eenzaam in de zin van onbegrepen en ongezien. Alleen met zulke grote vragen en gevoelens. Als het al in je opkwam zulke gedachten te delen met anderen werd je misschien geconfronteerd met verwarring, leegte of werd je niet serieus genomen. Misschien kreeg je kritiek en werd je gezegd dat je niet altijd zo moeilijk moest doen of zulke rare vragen moest stellen.
Hoogbegaafdheid en trauma: niet gekend worden
Het is als hoogbegaafd kind (en ook als hoogbegaafde volwassene) heel eenzaam wanneer er geen mensen om je heen zijn met wie je je in alle diepte kan verbinden, die je in al je rare gecompliceerdheid kent, herkent en erkent. Zulke eenzaamheid kan diep gaan en is ook niet altijd heel eenvoudig op te lossen.
Het zou zomaar kunnen dat je wanneer je een scherpe, snelle en nieuwsgierige geest had, anderen in je omgeving, zoals je ouders, je niet konden bijhouden. Ze deelden je kijk op de wereld niet, hadden niet hetzelfde observatievermogen en deelden niet in jouw intellectuele nieuwsgierigheid of je doorlopende honger naar kennis en inzicht. Je werd niet intellectueel gestimuleerd en misschien zelfs wel afgeremd, omdat er op geestelijk niveau geen match was. Er was geen ontmoeting van de geest.
5. Grenzen opgelegd krijgen en grenzen respecteren
Alle kinderen hebben grenzen nodig. Ze weten dat als ze te ver gaan, en te ver doorduwen, op een gegeven moment iets of iemand terug zal duwen. Kinderen zullen daarom altijd grenzen testen. Kijken welk “nee” ook echt “nee” is. Grenzen zijn ergens vervelend, maar grenzen bieden kinderen juist ook veiligheid.
Te strakke, te losse of te onlogische grenzen
Wanneer je ouders minder competent waren, misschien naïef over de wereld, of wanneer ze onlogisch en inconsequent met je omgingen en grenzen stelden die niet logisch of goed beargumenteerd waren, was het waarschijnlijk moeilijk voor jou om die grenzen te respecteren. Grenzen die nergens op slaan, voelen niet als goede grenzen. Toch werden ze misschien met dwang opgelegd. Misschien waren de opgelegde grenzen veel te beperkende voor je en voelde je je onbegrepen en niet gezien voor wat je was. Of misschien gaven ze geen grenzen meer aan en was het aan jou om je eigen grenzen dan maar te bepalen. Ook dat is een ongezonde en onveilige situatie voor een kind.
Het hoogbegaafde kind dat de verantwoordelijkheid op zich neemt
Wanneer je je als kind in zekere zin te machtig of te krachtig voelt is dat schadelijk en ook beangstigend. Je moet het zelf maar uitzoeken, grenzen stellen, controleren. Het is aan jezelf om alles in de hand te houden en af te bakenen. Dat betekent ook dat wanneer er iets niet goed gaat, het ook jouw schuld is. Jij had het immers (van jezelf) in de hand moeten houden? Dat zijn natuurlijk veel te grote eisen en verantwoordelijkheden die je ofwel impliciet opgelegd krijgt, of zelf op een gegeven moment op je schouders neemt, gewoon omdat je het gevoel hebt dat iemand het moet doen. (Dus dan jij maar.)
Hoogbegaafdheid en trauma kan uitmonden in perfectionisme
Als kind had je iemand nodig die de wereld beter begreep dan jij. Iemand die meer inzicht had dan jij. Een betrouwbare volwassene die groter, sterker en verantwoordelijker was dan jij. Al was het alleen maar om gezonde grenzen te leren stellen en je te leren dat je in het leven domweg niet alles in de hand hebt en kan controleren. Als aan deze behoefte niet werd voldaan, of je juist extra schuld en verantwoordelijkheid in de schoenen werd geschoven, kan het zomaar zijn dat je misschien ook als volwassene nog meer verantwoordelijkheid op je neemt dan redelijk is. Misschien heb je de neiging hebt alles in de hand te willen hebben en houden en heb je een onderweg perfectionistische inslag en een angstige inborst ontwikkeld.
6. Het vertrouwen in andere mensen verliezen
Hoogbegaafde mensen hebben meer oog voor hypocrisie, lijden, de conflicten in hun omgeving dan de meeste (“neurotypische”) mensen. Die gevoeligheid kan zelfs al bestaan voor ze de taal en de verstandelijke vaardigheid hebben ontwikkeld om daar uitdrukking aan te geven. Wanneer anderen dat niet zien. Of wanneer je je observaties en inzichten alsnog met anderen wilt delen, die daar niet voor open staan en stonden, kan je gaan twijfelen aan je eigen waarnemingen en je intuïtie.
Je eigen intuïtie parkeren
Als er niemand in je omgeving is met wie je jouw realiteit kan delen, kan je er -onbewust- voor kiezen om die realiteit, dat gevoel voor intuïtie zelf ook maar af te sluiten. Je probeert op zuiver verstand te leven, woont heel erg in je hoofd en leert ook uiteindelijk dat dat niet genoeg is. Je twijfelt constant, neemt verstandelijke keuzes die toch niet passen en bent niet goed in het nemen van beslissingen of het vertrouwen van andere mensen.
7. Slim zijn betekent niet ook altijd veel emotionele intelligentie
Het kan ook zijn dat wanneer je cognitief slim bent, veel doorziet, begrijpt en snel oppikt en tegelijkertijd op emotioneel en existentieel niveau aan je lot wordt overgelaten je heel erg op je verstand gaat varen. Mensen verwachten dat je volwassener bent voor je leeftijd, dan redelijkerwijs verwacht mag worden, alleen omdat je een bijzonder goed verstand hebt. Slim zijn betekent niet ook automatisch net zo snel je emotionele intelligentie ontwikkelen, of levenswijsheid hebben.
Het leven gaat over meer dan denkkracht alleen
Dat zijn verschillende zaken, die zowel door de buitenwereld als door jezelf misschien niet altijd even goed uit elkaar gehouden worden. Het kan zijn dat je ergens onderweg, omdat je verstand zo goed ontwikkeld is, je maar op basis van je verstand en inzicht je koers bent gaan bepalen en er altijd op vaart. Tot je er achter komt dat het leven niet alleen uit verstand en denkkracht bestaat.
Misschien voel je je hele leven al anders dan andere mensen. Voel je niet begrepen en heb je tegelijkertijd het gevoel dat je meer inzicht hebt dan anderen. Je vraagt je soms af of je de enige bent die bepaalde dingen ziet, of doorziet. Het verbaast je wanneer je ziet dat de mensheid domme keuzes maakt en er niet van lijkt te leren. Je vindt de wereld misschien vaak oppervlakkig. Dat is lastig. Want je bent niet alleen, maar je bent wel een minderheid. Maar dat sterke inzicht, krachtige observatievermogen en die eigenheid zijn juist ook enorme kwaliteiten. Je moet het alleen ‘even’ zien en accepteren. Je zult ook moeten accepteren dat anderen je niet altijd kunnen volgen. En dat je de wereld vaak anders zult blijven zien en interpreteren dan anderen en dat dat ok is. Omarm je eigenheid.
Geef jezelf de emotionele steun die je nodig hebt
Het is fijn wanneer je andere gelijkgestemden vindt, maar ook als dat niet zo is, kan je zelf je eigen kwaliteiten, vaardigheden en eigenheid zien voor wat ze zijn en omarmen. Hoogbegaafdheid en trauma hoeven niet voor altijd gekoppeld te blijven. Je kan dat onbegrepen kind dat je ooit was (en soms misschien nog steeds bent) omarmen. Je kan dat gevoelige kind de emotionele veiligheid en steun bieden, die je ooit moest missen. Iemand moet het doen. Dus dan jij maar!