Met het tijdperk van Trump en het verspreiden van nepnieuwsberichten op social media zoals Facebook en de constatering dat we allemaal in onze eigen internetbubbel leven, zijn we in de wereld gekomen van de alternatieve feiten. Mensen houden blijkbaar van berichten die passen in hun wereldbeeld. Ze vinden het lastig om hun meningen bij te stellen. Heel veel psychologen vinden dat ook interessant en doen dus onderzoek op dat gebied. Hier de uitkomsten van zo’n onderzoek naar feiten en meningen.

* Lees ook: Leidt meer zelfkennis tot meer empathie voor anderen? *

Trucjes om je wereldbeeld te beschermen

Er is al veel bekend over de opzettelijke mentale processen die mensen hanteren om hun wereldbeeld te handhaven. Dit gebeurt door bewijs te zoeken dat bij hun mening past (dit heet ‘confirmation bias’). Ook trekken we informatie sneller in twijfel die niet aansluit bij onze mening. Bijvoorbeeld door de gehanteerde methode van een onderzoek in twijfel te trekken en bewijs aan te voeren die onze mening bevestigt. Iedereen doet het, vaak onbewust, ook wetenschappers. Dat zijn ten slotte ook maar mensen.

* Lees ook: Er is maar één geluksfactor die er enorm toe doet
volgens Harvard onderzoek *

Vergelijkbaar mechanisme als bij het ‘Stroop-effect’

Een onderzoeksteam geleid door Michael Gilead, publiceerde in 2018 in het vakblad Social Psychological and Personality Science dat ze bewijs hebben gevonden dat er ‘snelle en onwillekeurige mentale processen in werking treden’ wanneer we meningen tegenkomen waar we het mee eens zijn. Deze processen lijken op de in de vorige paragraaf aangehaalde verdedigingsmechanismen. De onderzoekers schrijven dat “het aantonen van een dergelijke reflexmatige acceptatie van meningen kan helpen bij het verklaren van het opmerkelijke vermogen van mensen om vast te blijven zitten in hun overtuigingen”. Hier speelt een vergelijkbaar mechanisme als bij het zogenaamde Stroop-effect. De naam ken je misschien niet, maar het fenomeen misschien wel. Namelijk dat wanneer de namen van kleuren zijn geschreven in een inktkleur die niet overeenkomt met de naam van de kleur, onze hersenen meer moeite hebben om de naam van de inktkleur te benoemen.

Dus als dit er staat:

 rood blauw oranje paars geel groen

hebben we moeite om de kleuren van de woorden (dus in dit geval: geel, paars, groen, oranje, blauw en rood) goed te benoemen. Onze hersenen moeten harder werken en we vergissen ons sneller, omdat we geneigd zijn het woord te lezen. En dat woord komt dus in dit geval niet overeen met  de kleur waarin het geschreven is.

* Lees ook: Over Fuck You Money en het werken voor geld *

Ons brein heeft meer moeite met informatie die onjuist is of lijkt

Naast dit op kleuren gebaseerde Stroop-effect is er ook het Epistemische Stroop-effect. Dat houdt in dat het begrip van nieuwe informatie niet alleen te maken heeft met de taal waarin het aangeboden wordt. Maar ook met of en in hoeverre deze nieuwe informatie past in de overtuigingen en meningen van de ontvanger van die informatie. Dit betekent dat informatie die als onjuist of onwaarschijnlijk wordt ervaren, langzamer in het brein wordt verwerkt.

Taalfouten en andere fouten in een tekst maken weinig uit voor de geloofwaardigheid

Ook wanneer die informatie op een rare manier wordt aangeboden blijft het Stroop-effect overeind. Dus wanneer in een tekst bijvoorbeeld taalfouten staan, feitelijke onjuistheden zitten en wanneer iemand de informatie als bedreigend voor de eigen identiteit of het eigen wereldbeeld ziet, wordt dit anders verwerkt, blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Kassel. Er gaat bij rare zinnen dus geen belletje rinkelen. Het hangt vooral af van of het aansluit op onze eigen meningen over dingen. We kijken vooral naar de interne consistentie binnen de tekst zelf. We zetten het niet af tegen andere informatie die elders te vinden is.

* Lees ook: Waarom wetenschappelijk onderzoek zo ingewikkeld is *

Meningen die ons niet bevallen worden trager verwerkt in ons brein

Gilead en zijn collega’s hebben vier studies gedaan waarin ze er achter kwamen dat er iets vergelijkbaars gebeurt voor meningen. Ze stelden 88 uitspraken op die elk een mening vertegenwoordigden, over politiek, persoonlijke smaak en de samenleving. Bijvoorbeeld: ‘het internet heeft mensen geïsoleerder gemaakt’ of ‘het internet heeft mensen socialer gemaakt’. Ze gaven de deelnemers de zinnen met de uitspraken, waarbij de grammatica wel of niet klopte. Bijvoorbeeld bij het fout gebruiken van enkel- en meervoud in een zin. De deelnemers moesten zo snel mogelijk vaststellen of de grammatica in de zin wel of niet correct was. Vervolgens kregen de deelnemers dezelfde zinnen en moesten ze aangeven in hoeverre ze het wel of niet eens waren met de meningen die erin stonden.

* Lees ook: Pensionering: goed of slecht voor je gezondheid? *

We verwerken meningen die ons wél bevallen supersnel

De belangrijkste uitkomst is dat de deelnemers sneller doorhadden dat een zin grammaticaal correct was wanneer ze het eens waren met de uitspraak die werd gedaan, dan wanneer ze het oneens waren. Voor de zinnen die grammaticaal niet correct waren, was er geen verschil in de snelheid waarmee dit werd vastgesteld. Volgens de onderzoekers betekent dit dat de snelheid van verwerking van informatie in ons brein ook afhangt van de mate waarin we het eens zijn met de inhoud van die informatie. Hoe meer ons iets bevalt en past in ons eigen geheel van wereldbeeld en meningen, hoe sneller onze hersenen die informatie verwerken. Het stokt een beetje in ons hoofd wanneer we iets lezen dat ons niet bevalt. Dit effect is in grote lijnen vergelijkbaar met het Epistemische Stroop-effect voor feiten.

* Lees ook: Worden we steeds meer onszelf wanneer we ouder worden? *

We verwerken sneller dingen die passen bij onze meningen

Ten slotte deden Gilead en co nog een studie. Hierbij moesten de deelnemers moesten aangeven of ze het eens waren met een positieve of negatieve uitspraak. Het ging dan om zinnen zoals ‘koriander is lekker’ of ‘koriander is vies’. Deelnemers reageerden sneller wanneer ze het eens waren met de uitspraak. Het maakte daarbij niet uit of de uitspraak positief of negatief was geformuleerd. Het lijkt het er dus op dat we ook een snelle onwillekeurige tendens hebben om uitspraken waar we het mee eens zijn sneller te bevestigen. De uitkomsten suggereren volgens de onderzoekers dat hoewel volwassenen begrijpen er sprake is van subjectiviteit, ze tóch reageren op meningen die hun niet bevallen alsof ze feitelijk onjuist zijn.

* Lees ook: Positieve affirmaties werken alleen
als je al zelfverzekerd bent *

Onderscheid tussen feiten en meningen is essentieel voor vruchtbare discussie

Ons brein verwerkt welgevallige meningen tot feiten zinvollerleven.nl

Het onderscheid tussen feiten en meningen die men als waarheid ervaart, is essentieel voor een rationele discussie. Maar dit onderscheid lijkt een stuk minder strikt en eenduidig in onze menselijke psychologie. Ten slotte geven de onderzoekers nog wel aan dat het interessant is om te onderzoeken of stress, groepsdruk of individuele kenmerken (zoals bijvoorbeeld iemands politieke voorkeur) invloed hebben dit effect.

 

Wat is jouw mening?

Hoewel ik de stress- en groepsdrukfactor begrijp als richting voor verder onderzoek, zou ik denken dat politieke voorkeur samenhangt met iemands wereldbeeld en daarmee samenhangend ook met iemands mening. Dus die toevoeging als nieuwe onderscheidende factor begrijp ik niet zo goed. Maarre… ik sta wel open (dat valt dus te bezien!) voor mensen die dat anders zien. Als jij het anders ziet, laat dan ook zeker een reactie achter bij dit artikel. Ik ben benieuwd!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here