De natuur ingaan is niet alleen goed voor ons lijf, maar zeker ook voor ons geestelijk welzijn. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek wijst daarop. Ook een stadspark is al goed voor je.
Het is een rare tegenstelling. Steeds meer mensen leven in stedelijk gebied. En het stedelijk gebied zelf in Nederland wordt vervolgens steeds verder volgebouwd en versteend. Inbreiding heet dat in ambtelijk jargon. En terwijl we met steeds meer mensen op een kluitje wonen, komt er steeds meer onderzoek dat juist tijd doorbrengen in de natuur goed voor ons is. Balkenende had beter kunnen zeggen ‘groen moet je doen’. Die natuur hoeft trouwens niet per se een groen bos te zijn, ofzo. Ook tijd bij open water is goed voor ons. Dat treft in ons waterrijke open landje. Dus pak een bootje, de kuierlatten, of de fiets en snuif eens wat frisse buitenlucht op en geniet van al het moois dat de schepping ons biedt.
De natuur in ondanks Corona?
De natuur ingaan klinkt als een goed advies, maar misschien ook als raar advies in tijden van Corona. Blijf binnen is het devies van de regering immers. Natuurgebieden en stranden worden afgesloten om te voorkomen dat er teveel mensen bij elkaar in de buurt komen en we die bekende anderhalve meter niet goed meer aan kunnen houden. Dat zal ik ook zeker niet aanraden. Maar die ‘frisse neus’ halen waar Mark Rutte het regelmatig over heeft, zou ik zeker doen. Dat kan ook in een (niet al te druk) stadspark, een groene wijk, of zomaar ergens fietsen of wandelen in een buitengebied zijn. Want tijd doorbrengen in de natuur is gewoon goed voor je.
Je wordt er een blijer mens van, je krijgt nog eens wat beweging en het haalt je even bij die schermpjes vandaan. Die schermen namen toch al veel tijd in in ons leven en nu Covid-19 onder ons is, is dat alleen nog maar meer. Veel mensen werken thuis in hun uppie en tikken op computers en praten nu ook tegen mensen op hun computers. Genoeg om heel gaar van te worden. Dus gun je zelf een pauze en loop even een park in. Of ga als het weer en je wifi-verbinding er geschikt voor zijn lekker in je tuin zitten als je die hebt. Of als je wel binnen moet werken, kijk eens uit je raam naar de wolken en het groen. Zorg voor een mooie plant in de buurt van je werkplek. Breng wat natuur in huis. Ook dat heeft al meerwaarde voor je welzijn.
De voordelen van de natuur
Je kan de voordelen van de natuur op veel manieren ervaren. Je hoeft geen hardcore lange afstands wandelaar te zijn die dagenlang buiten is om je beter te voelen. Dat kan ook in een parkje om de hoek. Het ervaren van een natuurlijke omgeving wordt aan heel veel positieve dingen gelinkt. Zoals een betere concentratie, minder stress, een beter humeur, minder kans op psychiatrische problemen en zelfs meer empathie voor anderen en het beter kunnen samenwerken met anderen.
Veel onderzoek gaat over groene gebieden zoals parken en bossen. Maar de natuur kan ook een watergebied zijn, of een mooi open heideveld. Onderzoekers zijn nog steeds aan het uitvogelen waarom die natuur zo goed voor ons is en hoe het allemaal precies werkt. Maar dat de natuur een helende werken heeft voor mensen en bijdraagt aan hun welzijn, is inmiddels wel duidelijk. Ook dat blokje om in het stadspark draagt bij aan het goede gevoel. Waarschijnlijk draagt juist het feit dat je je met de natuur verbonden voelt bij aan die boost in je welzijn.
Tijd buiten in de natuur doorbrengen is een beetje als balsem voor je bezige brein. Verschillende soorten onderzoek laten bijvoorbeeld zien dat een natuurlijke omgeving goed is voor je cognitieve (verstandelijke) vermogens. Onderzoekers van de universiteit van Chicago publiceerden vorig jaar een overzichtsartikel waarin onder andere te lezen is, dat groen in omgeving van de school positief bijdraagt aan de cognitieve ontwikkeling van kinderen en dat een groen uitzicht vanuit thuis zorgt ervoor dat kinderen zichzelf beter kunnen beheersen. Maar de voordelen zijn er niet alleen voor kinderen. Wanneer er groen in de buurt is van sociale huurwoningen kunnen volwassenen zich beter concentreren dan wanneer ze in een meer versteende omgeving wonen. Hun werkgeheugen doet het beter, ze zijn beter in staat zich flexibel op te stellen, enzovoort. In de meer versteende omgeving was er daarentegen juist sprake van een gebrek aan aandacht en concentratievermogen.
Drie hypotheses waarom die natuur zo goed doet…
Onderzoekers zijn natuurlijk altijd op zoek naar het waarom van het positieve effect van kijken naar of zijn in een natuurlijke omgeving. In 2015 werd een artikel gepubliceerd in het International Journal of Wellbeing die hiervoor drie mogelijke oorzaken benoemt. De eerste gaat ervan uit dat omdat onze voorouders leefden in de wilde natuur. Ze moesten zich staande moesten houden in een natuurlijke omgeving. De gedachte is dat we ons daardoor van nature aangetrokken voelen tot de natuur en daar een verbinding mee voelen. De tweede hypothese gaat voer stressvermindering en de gedachte daar is dat tijd doorbrengen in de natuur zorgt voor een fysiologische reactie die ervoor zorgt dat we minder spanning/stress ervaren. Een derde idee gaat over het herstellen van aandacht en concentratie. Die gaat ervan uit dat de natuur onze cognitieve vermogens herstelt en terug aanvult. Hierdoor zouden we beter in staat zijn ons te concentreren.
…en ze hangen met elkaar samen
Nisbet, de hoofdauteur van het artikel in kwestie geeft aan dat het niet de ene of de andere reden te zijn. Ze hangen samen. Wanneer je minder stress hebt, kan je je ook beter concentreren. Dat ken je zelf ook wel. Ben je weleens heel gespannen geweest en drie keer naar de keuken gelopen om iets te pakken? Om vervolgens te vergeten wat je ook alweer kwam halen? Weleens nagedacht op welke momenten dat soort dingen vaker gebeuren? Vast wanneer je met je hoofd ergens anders bent, omdat je hoofd bezig is met andere zaken die je aandacht vragen?
Staren naar de natuur is al goed voor je concentratie
Ook in Australië werd een onderzoek gedaan, in 2015 gepubliceerd in het Journal of Environmental Psychology. Studenten moesten een supersaaie domme maar wel concentratie vergende taak op een computer doen. Ze moesten op een toets drukken wanneer ze een bepaald nummer op het scherm zagen knipperen. De groep die halverwege deze stomme taak 40 seconden naar een groen beplant dak mochten kijken, deden te taak veel beter dan studenten die naar een betonnen onbegroeid dak keken.
Sterker nog, dit onderzoek toont aan dat zelfs het geluid van de natuur helpt de concentratie al. Een groep mensen die naar geluiden van de zee of naar krekels luisterden deden hun taak beter dan mensen die luisterden naar stedelijke geluiden. Hierbij kan je denken aan geluiden zoals veel stadsverkeer. Of het geroezemoes en andere geluiden in een druk café.
De natuur maakt je ook gelukkiger
Natuurlijk zijn de hierbovengenoemde experimenten heel interessant, maar ze nemen niet alle voordelen het spenderen van tijd buiten in de natuur mee. Volgens professor Cynthia Frantz van Oberlin College in Ohio heeft de natuur zeker voordelen in hoe goed je brein werkt. Maar de natuur doet je juist ook in emotioneel en existentieel opzicht goed, vindt zij.
In een overzichtsartikel uit 2019 in Science Advances van Gregory Bratman van de Universiteit van Washington is te lezen dat contact met de natuur verband houdt met een toenemend geluksgevoel, persoonlijk welzijn, een positieve houding, positieve sociale interacties en een gevoel van zingeving. Ook zorgt het voor het verminderen van mentale spanning.
Leidt opgroeien in een groene buurt tot minder psychische problemen?
Ook in Denemarken werd een langdurig onderzoek gedaan. Er werd in 2019 over gepubliceerd in PNAS. In een Deens onderzoek waarbij met satellietbeelden werd geïnventariseerd in hoeverre mensen vanaf hun 10e jaar woonden in een groene omgeving. De uitkomsten daarvan werden vergeleken met data over de geestelijke gezondheid van die jongeren later. Het onderzoek had betrekking op 900 duizend inwoners die geboren waren tussen 1985 en 2003. De mensen die waren opgegroeid in een groene omgeving hadden minder kans op psychische problemen op latere leeftijd. Degenen die veel minder groen in hun woonomgeving hadden, hadden 55 procent meer kans op psychische problemen dan de bewoners die opgroeiden in een groene omgeving.
Meer natuur = minder depressies?
Veel natuur in de omgeving zorgde voor minder depressies, stemmingsstoornissen, schizofrenie, eetstoornissen en verslavingsproblematiek. Het enige wat ik me afvraag is of ook mensen met een in andere opzichten betere uitgangspositie niet vaker opgroeien in een groenere en wellicht rijkere buurt. De onderzoekers zeggen hier heel kort over dat ze rekening hebben gehouden met verschillen in sociaal economische klassen en dergelijke. De vraag is in hoeverre de statistische analyse de werkelijkheid benadert.
Zelfs beelden van de natuur zijn goed voor ons…
In het verleden had ik een huisarts die op één muur in de spreekkamer een enorm fotobehang had laten maken met een prachtig berglandschap. Nu kom je meestal bij de huisarts omdat er iets is, maar de kamer ervoer ik toch als heel prettig. Misschien had dat te maken met het volgende onderzoek (gepubliceerd in Environment & Behavior) dat laat zien dat zelfs beelden van de natuur een positieve uitwerking op ons gemoed hebben. Cynthia Frantz deed met een aantal collega’s onderzoek waarbij ze mensen lieten een kwartier wandelen in een stedelijke of in een natuurlijke omgeving. Dit werd vergeleken met een groep mensen die ze videobeelden van de natuur of de stad lieten zien.
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat elke vorm van blootstelling aan de natuur zorgde voor een betere concentratie, meer positieve gevoelens en meer vermogen om te reflecteren op een probleem in het (dagelijks) leven. Zowel de beelden van de natuur als de echte natuur hadden een positief effect. Maar de effecten waren wel sterker voor mensen die echt naar buiten gingen. Dus ga naar buiten een park ofzo in als dat kan. Als dat er niet in zit, kan je ook mooie foto’s bekijken of een film over de natuur als alternatief. Ook de natuur beleven in virtual reality kan een goed alternatief zijn voor mensen die door hun gezondheid niet naar buiten kunnen. Dit werd aangetoond in een onderzoek door de Universiteit van Exeter aan de overkant van de plas. Misschien zeker in deze tijden van Corona goed om te weten. (En te doen!)
Socialer en duurzamer gedrag door de natuur
We zijn aardiger voor anderen en voor de planeet wanneer we verbinding maken met de natuur. John Zelenski van de Universiteit van Ontario in Canada publiceerde twee artikelen in het Journal of Environmental Psychology in 2015 en 2019. In het eerste onderzoek liet hij studenten beelden zien van beroemde architectuur of van natuurdocumentaires. Daarna liet hij de studenten een spel spelen waarbij ze moesten vissen. Ze moesten samen besluiten hoeveel vissen ze zouden vangen door de seizoenen heen. Degenen die de natuurdocu hadden gezien, werkten beter samen met de andere spelers in het visspel en maakten duurzamere keuzes in de hoeveelheid vis die ze zouden vangen. Bij het tweede experiment liet hij zien jonge kinderen zich socialer gedragen naar klasgenootjes en mensen die ze niet kennen na een schooluitje de natuur in dan na een bezoekje aan een luchtvaartmuseum.
Een paar uur per week in de natuur is genoeg
Contact met de natuur is dus duidelijk goed voor ons. Een logische vervolgvraag is dan hoeveel je buiten in de natuur moet doorbrengen om die voordelen te ervaren. Matthew White van de Universiteit van Exeter en zijn collega’s hebben geprobeerd die vraag te beantwoorden. Ze deden dat met een representatieve steekproef van 20 duizend volwassenen in het Verenigd Koninkrijk. In het onderzoek, dat in 2019 werd gepubliceerd in Scientific Reports, werd de conclusie getrokken dat mensen die in de voorgaande week minimaal 2 uur recreatief buiten hadden doorgebracht zich duidelijk gezonder en prettiger voelden, dan mensen die minder buiten waren. Dat positieve effect bleef ook zichtbaar wanneer naar specifieke subgroepen werd gekeken, zoals ouderen, mensen met chronische aandoeningen. Verder maakte het ook niet uit of ze die 120 minuten buiten in één keer haalden, of dat ze dat opgeteld over kortere perioden in de week haalden. Overigens zeggen de onderzoekers daarmee dat ze echt nog niet alles weten of begrijpen. Het is wel een eerste stap om aanbevelingen te doen over hoeveel tijd mensen idealiter buiten in de natuur zouden moeten doorbrengen.
Natuurlijk zijn er heel veel mensen die een groot deel van de tijd op kantoor (al dan niet thuis) of in een magazijn doorbrengen. Ook dan zijn er voordelen wanneer je je verbonden voelt met de natuur. Onderzoekers hebben hier verschillende klikkende termen voor. Zoals verwantschap met de natuur, verbondenheid met de natuur of het zich onderdeel voelen van de natuur. Ze hebben verschillende manieren gevonden om die verbinding met de natuur meetbaar te maken.
Betekenis in het leven door verbinding met de natuur
Welke term je ook hanteert, het is duidelijk dat de natuur goed is voor onze stemming en onze gezondheid. In een meta-analyse kwam onderzoeker Pritchard met haar collega’s tot de conclusie dat mensen die zich verbonden voelen met de natuur een groter eudaimonisch gevoel van welzijn hebben. Dat is een ingewikkelde term die erop neerkomt dat je een intens gevoel van tevredenheid ervaart die samenhangt met het gevoel van betekenis en zingeving in je leven. Hoe je het ook noemt, verbondenheid met de natuur lijkt de stemming en de mentale gezondheid ten goede te komen. In een meta-analyse gepubliceerd in 2019 in het Journal of Happinessontdekten Alison Pritchard, PhD, ABPP, aan de University of Derby in Engeland, en collega’s dat mensen die zich meer verbonden voelen met de natuur een groter eudaimonisch welzijn hebben – een soort tevredenheid die verder gaat dan alleen een goed gevoel en omvat het hebben van een zinvol doel in het leven.
Verbondenheid in het algemeen het magische ingrediënt voor welzijn?
Alles hiervoor overziend, vragen sommige onderzoekers zich af of het gevoel van verbondenheid zelf de onderscheidende factor is die maakt dat mensen zich gelukkiger voelen. Om daar achter te komen brachten ze in kaart of en in hoeverre er overlap was tussen het gevoel van verbondenheid met de natuur en het gevoel van verbondenheid in het algemeen. Bijvoorbeeld met je vrienden, op je werk, of in je wijk. Ze publiceerden hierover in 2014 in Environment and Behavior. De conclusie was dat mensen van wie hun zelfbeeld vervlochten is met de natuur zich in het algemeen net een tandje gelukkiger voelen dan mensen voor wie dat niet geldt. Het gevoel van verbinding met de natuur is niet de grootste onderscheidende factor voor geluk. Toch is er wel een duidelijk verband tussen de mate waarin mensen zich verbonden voelen met anderen en met de natuur en hun ervaren levensgeluk.
Sterker nog, en relevant met de isolatie die Covid-19 nu met zich meebrengt, is het feit dat de natuur als buffer kan werken tegen een gevoel van eenzaamheid en sociale isolatie. In 2018 werd hierover een onderzoek gepubliceerd in het International Journal of Environmental Research and Public Health. In dit onderzoek werden 359 Britten bevraagd over hun sociale relaties in de voorgaande week en of ze in de voorgaande week in aanraking waren geweest met de natuur. Sociale isolatie hangt in het algemeen samen met een slechter gevoel van welzijn. Mensen voelen zich ongelukkiger. Maar mensen die weinig sociale contacten hadden gehad, maar wel in een natuurlijke omgeving woonden of natuur in de buurt hadden, zich toch behoorlijk goed voelden. De onderzoekers geven hierover aan dat er volgens hun (ik denk dat ze een punt hebben) er mensen zijn die niet speciaal heel veel behoefte hebben om doorlopen in contact te staan met anderen. Maar deze mensen zich wel verbonden voelen met de natuur om hun heen. Deze verbinding draagt bij aan hun gevoel van welzijn. Ze zijn nog steeds behoorlijk happy door de natuur, ondanks dat ze weinig mensen spreken.
En ook zeeblauw past bij jou
Goed. Het is duidelijk dat naar buiten gaan goed voor ons is. Wetenschappers zijn natuurlijk altijd nieuwsgierig en hebben zich onder andere afgevraagd wat voor soort omgeving het beste is. Het gaat heel vaak over groen en vaak denken mensen dan aan bosrijke omgevingen. Maar ook meren, rivieren en zeeën blijken goed voor ons gevoel van welzijn te zijn. Mazzeltje voor ons in de Nederlandse delta, zeg ik. Sterker nog: onderzoeker Gascon van de Universiteit van Barcelona zegt hierover in het International Journal of Hygiene and Environmental Health, dat deze ‘blauwe omgevingen’ nog meer dan groene omgevingen bijdragen aan ons herstel.
Je herstelt beter op afgelegen plekken
Floortje Dessing en ikzelf (in mindere mate) hebben het ook goed bekeken. Afgelegen einde van de wereld plekken hebben waarschijnlijk ook wel enige waarde. Uit een onderzoek onder 4515 mensen uit het Verenigd Koninkrijk in 2019 kwam naar voren dat mensen zich meer verbonden voelden met de natuur en zich beter hersteld voelden nadat ze landelijke gebieden en plekken aan de kust hadden bezocht dan wanneer ze in een groen gebied in een stedelijke omgeving, zoals een park waren geweest. Plekken met een hoge omgevingskwaliteit, zoals natuurparken deden mensen meer goed dan een omgeving met een lage biodiversiteit. (Nog een reden om toch te zorgen voor bloemen-, bomen- en heggenrijke weilandranden in ons kikkerland, maar dat terzijde).
Meer biodiversiteit maakt dat we ons beter voelen
Ook bleek uit een studie in PLOS ONE uit 2017 dat mensen die videobeelden bekeken van beelden met veel verschillende planten en dieren zich minder angstig en opgejaagd voelden. Ook voelden ze zich vitaler en was hun stemming beter dan mensen die beelden bekeken van landschappen met veel minder biodiversiteit. Het is natuurlijk wel zo dat als je een half uur pauze van je werk hebt, je helemaal niks hebt aan de wetenschap dat afgelegen plekken goed voor je zijn. Ook dat parkje om de hoek, of die mooie eikenlaan in de buurt heeft positieve effecten. Wat dat betreft lijkt het op beweging. Een beetje is altijd nog veel beter dan geen en hoe meer hoe beter. Dus pak die groene of blauwe plekken in de buurt mee wanneer je in de gelegenheid bent. Wandel langs die rivier, of op het strand, zoek dat plantsoen op of die dat pad met die knotwilgen erlangs. In armere wijken zijn die groene plekken soms wat verder weg dan ideaal zou zijn. Dat maakt het misschien nog wel meer de moeite waard om groene en waterrijke gebieden actief op te zoeken.
Plan naast huizen ook stukjes natuur in woonwijken
Ik begon er al mee. Er wordt steeds meer ingebreid en we hebben een groot huizentekort in Nederland. Het handigste zou natuurlijk zijn als mensen minder kindertjes maken. Maar tot ze dat ook inzien, is het belangrijk dat beleidsmakers het belang van een natuurlijke omgeving inzien wanneer ze bestemmingsplannen maken. Zeker in een dichtbevolkt land als Nederland met een nog dichter bevolkte Randstad is het belangrijk om te zorgen dat de omgeving ook binnen stedelijke gebieden niet te zeer versteend wordt. Mensen hebben de natuur nodig voor hun welzijn. Bomen en planten dragen bij aan klimaat en luchtkwaliteit en aan de geestelijke gezondheid van mensen. Dus ook kleine stukjes natuur zijn belangrijk. Dus bermen inzaaien met wilde bloemen en zorgen voor bomen, plantsoenen en parkjes in nieuwe wijken is belangrijk.
Beleidsmakers moeten verbinding met de natuur mogelijk maken
Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen in verbinding kunnen blijven staan met de natuur. Ze hebben er zelf belang bij omdat ze beweging kunnen krijgen in parken en recreatiegebieden. Het draagt bovendien bij aan hun geestelijke welzijn. Wanneer mensen zich meer verbonden voelen met de natuur, zullen ze ook meer willen doen om vervuiling en klimaatverandering en het verlies van natuurlijke leefomgevingen voor dieren tegen te gaan.
Als wij zorgen voor de natuur, zorgt de natuur voor ons
Het is zaak om ervoor te zorgen dat mensen zich verbonden blijven voelen met de natuur. Juist om draagvlak te krijgen om dit soort ingewikkelde problemen aan te pakken. Het is nu even iets meer naar de achtergrond geraakt door het Corona-virus. Maar misschien wel juist belangrijk nu ons leven zo is ingeperkt door de maatregelen om verspreiding van het virus tegen te gaan. We hebben verbondenheid met de natuur nodig om te zorgen dat wij als mensen voor de natuur blijven zorgen. Dan kan de natuur voor ons en ons welzijn zorgen.
Er is een duidelijk verband aangetoond tussen het doorbrengen van tijd in de natuur en cognitieve voordelen en het verbeteren van de stemming en de geestelijke gezondheid van mensen.
Je verbonden voelen met de natuur kan zorgen voor vergelijkbare positieve effecten voor ons welzijn. Een minimum aan tijd buiten in de natuur is al goed voor ons en zelfs beelden van de natuur leveren al een positieve bijdrage aan onze gemoedstoestand en cognitief functioneren.
Zowel groene als waterrijke gebieden zorgen ervoor dat we beter in ons vel zitten. Afgelegen natuurlijke gebieden en kustgebieden zijn heel erg goed voor ons welzijn. Gelukkig zorgen ook parken en bomen en andere kleine beetjes natuur er al voor dat we de voordelen van de natuur kunnen meepakken.