In het dagelijks leven speelt trauma vaker een rol dan we denken. Met je rug naar de muur willen zitten of liever de telefoon niet aannemen zijn niet per se je karakter, maar misschien juist wel een traumarespons
Al dan niet bewust angstig gedrag, zoals altijd met je rug naar de muur willen zitten, is een vorm van traumarespons. Trauma verklaart meer van ons gedrag op dagelijkse basis dan we ons realiseren.
Huidig gedrag door de lens van traumarespons
Een paar belangrijke punten om mee te beginnen zijn deze:
Wanneer we naar nerveus of angstige gedragingen kijken vanuit inzichten over trauma, blijkt dat er voor zulk gedrag heel vaak een goede verklaring te vinden is;
Als we meer inzicht krijgen in het feit dat dit gedrag een vorm van traumarespons krijgen, kunnen we zien dat er niet zoveel “mis” met ons is, maar dat we reageren vanuit een (ook) fysiologische reactie op traumatische ervaringen;
Als iemand die je dierbaar is dit gedrag vertoont, leer dan dit niet persoonlijk op te vatten, probeer begrip te krijgen voor de onderliggende redenen dat iemand dit gedrag kan vertonen (ook als die persoon dat zelf -nog- niet doorziet);
Heel veel gedrag is heel normaal. De meeste mensen herkennen vast wel een paar van deze gedragingen en dat hoeft niet altijd zondermeer een probleem te zijn. Maar als je best veel herkent bij jezelf of iemand in je omgeving, zou het gedrag zomaar kunnen voortvloeien uit (oud) trauma.
Elk mens heeft zijn eigen eigenaardigheden. Soms vinden we ze zelf helemaal niet zo vreemd, maar kunnen anderen er wél van opkijken. Veel van ons gedrag is ten diepste menselijk en er zijn nogal wat individuele varianten. Soms ook kunnen gedragingen voortkomen uit angst. Niet eens bewuste angst in het moment zelf, maar juist angst uit het verleden die maakt dat we alerter zijn of ons sneller terugtrekken. Oude angst die voortduurt in je huidige (volwassen) leven en een vorm van traumarespons is.
Niet alle angst is altijd een traumarespons
Natuurlijk komen er heel veel vormen van angst voor. Ik heb het nu even niet over angst voor een losgeslagen stier die op je afkomt. Of angst wanneer je in een brandend huis zit. Dan is de reactie heel wenselijk, zolang je niet zo verstijft dat je niet meer kan handelen naar de situatie. Heel veel mensen worden nerveus als ze voor een grote groep moeten spreken en heel veel mensen herkennen en snappen dat ook wel. Niet iedereen loopt warm voor een plekje in het spotlicht voor een groot publiek. En dat is mild uitgedrukt.
Misschien herken je de vormen van angst die ik hier boven beschreef. Er zijn nog heel veel andere vormen van angst. Onderzoek toont aan dat er een sterke connectie is tussen (vroeg / kinderlijk) trauma en angstsymptomen in het hier en nu als volwassene. Deze angsten zijn een traumarespons en kunnen zich tot ver in de volwassenheid blijven manifesteren. De mate waarin dat een probleem is hangt af van je eigen inzicht, dat van je omgeving en de mate waarin het je in je dagelijkse leven beperkt in de dingen die je wilt doen.
Vermijdingsgedrag als traumarespons
Veel mensen zijn bang dat anderen negatief over hun zullen oordelen. Veel mensen die kinderlijk trauma (dat kan gaan over het niet vervullen van belangrijke behoeftes tot mishandeling en misbruik) hebben doorgemaakt zijn bang om in een situatie te komen waar ze niet weg kunnen komen. Ze hebben liever geen andere mensen in hun huis, pakken liever de telefoon niet op of willen in een café nooit met hun rug naar een ruimte vol mensen zitten. Zelf herken ik hier ook wel een aantal van, vrees ik. Ook ik vertoon in zekere zin vermijdingsgedrag en als ik me toch echt ergens toe “moet” zetten, kost me dat bakken met energie. Het getraumatiseerde brein wil ons beschermen voor die ervaringen die bewust of onbewust angst oproepen uit een tijd waarin we niet konden ontkomen aan bepaalde negatieve ervaringen. Ons brein probeert ons te beschermen door in te zetten op maximale vermijding.
Dit soort vermijdingsreacties kunnen zich op veel verschillende manieren uiten in het dagelijks leven. Trauma hoeft ook zeker niet altijd de oorzaak te zijn van vermijdingsgedrag. Het kan ook door andere oorzaken worden verklaard. Er zijn verschillende soorten angst en vermijdingsgedrag. Tien veelvoorkomende worden hier onder genoemd en kunnen vaak als traumarespons worden geïnterpreteerd. Als je hier meerdere van herkent, je er last van hebt en er iets aan wilt doen, raad ik je aan om hier professionele hulp bij te zoeken. (En ook dan is het nog niet zo makkelijk allemaal!)
1. De telefoon niet beantwoorden, uit of op stilzetten
Het zal in tijden van appjes en andere social media steeds minder mensen opvallen wanneer je telefonisch niet bereikbaar bent of wilt zijn, maar het niet beantwoorden van je telefoon kan te maken hebben met een traumarespons. Voor veel mensen is de telefoon iets alledaags, waar ze niet echt bij stilstaan. Het niet beantwoorden van de telefoon kan voor hun overkomen als lui. Hoe moeilijk is het immers om de telefoon even op te pakken? Natuurlijk kan iemand lui zijn. Maar een belangrijk verschil met het niet aannemen van de telefoon vanwege luiheid, is dat het voor mensen met een traumatische achtergrond een flinke adrenaline- en cortisolpiek oplevert. Een fysieke stressreactie op de rinkelende telefoon, dus. Of er een echt directe angst is voor het gesprek zelf of dat de rinkelende telefoon onverwacht komt, kan van mens tot verschillen en ook nog per context.
Misschien ben je bang voor een gesprek waardoor je je opgelaten, angstig of gefrustreerd voelt. Mogelijk is überhaupt het ineens opgebeld worden een stressfactor op zich voor iemand die een overprikkeld, te strak afgesteld stresssysteem heeft ontwikkeld. Misschien voelt degene die gebeld wordt, zich op een bepaalde manier betrapt. Of wordt de stilte binnen zijn of haar eigen veilige ruimte al te bruut doorbroken.
Hekel aan bellen? Je bent niet alleen!
Het is goed om te beseffen dat het voor mensen nog best behoorlijk lastig kan zijn om de telefoon op te pakken, om een oproep te beantwoorden, of om zelf iemand of een instantie op te bellen. Misschien ben je zelf wel iemand die het lastig vindt om te bellen of gebeld te worden. Weet dat je niet alleen bent. Het komt vrij vaak voor.
2. Je terugtrekken als je in een grote groep mensen bent
Misschien ben je wel iemand of ken je wel iemand die lijkt te verdwijnen binnen grote groepen. Je trekt je terug, observeert en zegt bijna niks. Het kan zijn dat dit ook komt door eerder trauma. Als je bent opgegroeid in een chaotische omgeving, waar in je constant op je hoede moest zijn om voor iemand anders te zorgen, of uitgescholden werd, of wat dan ook. Het kan zijn dat je als kind geen moment kon verslappen en constant “aan” moest staan voor je eigen veiligheid. Dat kan maken dat het verkeren in sociale groepen als volwassene een flinke traumarespons kan oproepen. Ook als je zelf rationeel wel snapt dat er niks aan het handje is en die angst of zenuwen niet nodig zijn, kan het zijn, dat je lichaam je iets anders vertelt en je raakt snel overprikkeld.
Vaak kan je best even een mentale pauze inlassen
Het kan enorm vermoeiend zijn om in een sociale situatie constant met anderen bezig te zijn, er is geen ruimte om even mentaal pauze te nemen. Hoewel? Heel vaak voelt het wel alsof je niet weg kan. Maar in veel gevallen kan je wel even naar de wc gaan, of naar buiten ofzo. Al is het maar voor vijf minuten. Als je het nodig hebt om even een mentale pauze te nemen, is er bijna altijd wel een manier waarop dat even kan. Ook bij bijeenkomsten waar je (bijna) niet onderuit kan, zoals een belangrijke werkbijeenkomst, of een familiefeestje.
3. Je ongemakkelijk voelen wanneer iemand te dicht bij je zit
Iedereen kent dit gevoel wel een beetje. Soms komt ook iemand écht te dicht bij je staan of zitten en dat voelt voor (denk ik) bijna iedereen ongemakkelijk. Maar ook in situaties die voor veel mensen geen probleem zijn, voelen sommigen zich ongemakkelijk. Een volle bioscoop, bijvoorbeeld. Zelf vond ik het tijdens corona best lekker dat er anderhalve meter tussen mij en andere bezoekers in het filmhuis zat. Bovendien geen lange mensen precies voor je neus die maken dat je net niet lekker kan kijken. Maar ook met iemand naast me kan ik de film nog prima kijken. Dat geldt niet voor iedereen. Sommigen voelen zich heel ongemakkelijk en nerveus wanneer een onbekende naast ze zit en zijn niet meer bezig met de film, maar met de onbekende ander die naast ze zit. Ze zijn zich constant bewust van de vreemde op de stoel naast ze.
Wanneer mensen zijn opgegroeid in een omgeving waarin hun grenzen werden overschreden, zijn ze zich meer dan gemiddeld bewust van anderen in dezelfde ruimte. Ze zijn geneigd die ander(en) constant in de gaten gehouden. Ook als er geen directe aanleiding is om te denken dat er gevaar op de loer ligt. Meer afstand tot de ander biedt dan meer rust. Teveel mensen die ze niet kennen die te dichtbij zijn, kunnen dan ongemak veroorzaken voor wie daar gevoelig voor is.
4. Het op bepaalde plekken wel of niet willen zitten
Mensen die traumatische ervaringen hebben meegemaakt, willen in bijvoorbeeld een café of restaurant met hun rug naar de muur zitten. Op die manier houden ze overzicht. Omdat ze constant hyperalert zijn, willen ze liever niet met de rug naar een deur of een open ruimte zitten. Ze houden altijd op een bepaald level rekening met mogelijke bedreigingen, ook als daar geen directe aanleiding voor is. Voor deze mensen voelt het veiliger om zicht te houden op de rest van de ruimte en te zien wie er in- en uitgaan.
Traumarespons maakt soms dat je je onnodig onveilig voelt
Ik weet van mezelf dat ik ook zo iemand ben. Zelf zit ik liever met de rug naar de muur en niet met mijn rug naar de deur, een open ruimte of een (gang)pad dat achter me langs loopt. Ik houd graag overzicht. Ik snap wel dat het onlogisch lijkt, maar ik kan me wel meer ontspannen dan op zo’n ‘onveilige’ plek. Traumarespons. Het is er altijd.
5. Teveel eten of drinken als traumarespons
Mensen die traumatische ervaringen hebben, zoeken bewust of onbewust naar manieren om zichzelf te kalmeren. Dat kan gaan over van alles, maar zeker ook over teveel eten of drinken. Er is steeds meer inzicht en mensen met eetstoornissen hebben vaak een voorgeschiedenis van negatieve en traumatische ervaringen als kind. Niet elk ongezond eet- of drinkpatroon is per se een officiële stoornis, of direct uit te leggen als traumarespons. Maar dat laat onverlet dat er heel vaak wel degelijk een verband is tussen de manier waarop iemand met eten, drinken (of andere middelen) omgaat en het opgedaan hebben van traumatische ervaringen en/of onvervulde behoeften (zoals veiligheid) in de kindertijd.
6. Schrikken als iemand onverwacht langskomt, of aanbelt
Er wordt weleens gezegd dat er twee soorten mensen zijn. Mensen die de deur opendoen als er iemand langskomt. En degenen die verstijven of zich verstoppen en wachten tot de persoon vertrekt. Hier kan je van alles van vinden, maar het fenomeen bestaat wel degelijk. Wanneer je overprikkeld bent, of angstig, is een onverwachte klop onvoorspelbaar en bedreigend in plaats van gezellig en spontaan. Ook deze hyperalerte reactie op onverwachte aanbellers, kan veelal terug te voeren zijn op eerdere traumatische ervaringen en een wezenlijk gevoel van onveiligheid.
7. Je doorlopend verontschuldigen voor van alles en nog wat
Ken je dat van die mensen die overal steeds sorry voor zeggen? Ook als er helemaal geen aanleiding voor is, of het om iets gaat waar zij helemaal geen schuld voor dragen? Zelf ben ik in die gevallen de eerste die zegt dat iemand geen sorry hoeft te zeggen. Dat is dan wel in het besef dat het allemaal niet zo eenvoudig ligt en er veel gevoelens onder dat gedrag schuilgaan. Het is bijna letterlijk alsof die mensen zich verontschuldigen voor hun bestaan.
Als je als kind doorlopend kritiek krijgt of steeds overal de schuld voor krijgt, zeker van mensen die veilig en vertrouwd zouden moeten zijn, ga je vanzelf geloven dat er inderdaad iets mis met je is en je er niet mag zijn, zoals je bent. Je bent doorlopend onzeker, hebt het gevoel dat je teveel bent en bent doorlopend geneigd om overal sorry voor te zeggen. Ook dit is uit te leggen als traumarespons. Het kan namelijk vaak het gevolg zijn van emotionele mishandeling en/of emotionele verwaarlozing in de kindertijd. Als volwassene kan je in het ergste geval een leven lang het gevoel van er niet mogen zijn, een leven lang met je mee blijven dragen.
8. Gemakkelijk schrikken
Als je zenuwstelsel altijd in de hoogste staat van paraatheid is, raakt het ontregeld. Dan kan het voorkomen dat je snel schrikt van dingen die anderen helemaal niet in de gaten hebben, of er op zijn minst weinig last van hebben. Het hebben van een verhoogde schrikreactie en een lange tijd om daarvan weer te kalmeren, hangt samen met jeugdtrauma, mishandeling, misbruik of andere negatieve ervaringen in de kindertijd.
9. Niet met mensen bij je thuis willen afspreken
Hoewel ik veel prijs stel op veel rust, privacy en eigen ruimte herken ik deze zelf niet zo. Maar er zijn mensen die liever geen mensen bij ze thuis over de vloer willen hebben, omdat je dan minder goed kan bepalen wanneer ze vertrekken. Natuurlijk kan je hints droppen of het gewoon vragen, maar voor mensen die onzeker en angstig zijn, vergt dit wellicht meer assertiviteit dan ze op kunnen brengen en jaagt het veel angst aan.
Ook deze hangt in veel gevallen samen met het als kind hebben van onvoldoende zeggenschap over een eigen veilige ruimte. Bijvoorbeeld in een gezin waar grenzen doorlopend worden overschreden en privacy wordt geschonden, of misschien helemaal niet bestaat. Als je als volwassene dan wel enige controle hebt, geef je die ook niet graag weer uit handen. Controle uit handen geven is ook je veiligheid uit handen geven. Voor mensen die zich veel onveilig hebben gevoeld, is het heel begrijpelijk dat ze terughoudend zijn met het toelaten van anderen in hun eigen ruimte.
10. Je voelt je meer op je gemak bij bepaalde mensen
Je meer op je gemak voelen bij bepaalde mensen dan bij heel veel anderen geldt natuurlijk in zekere mate voor iedereen. Dat is ook niet raar. Maar er is natuurlijk wel een schaal waarop dit zich voordoet. Opgroeien in een omgeving waarin je als kind de volwassen niet als veilig of betrouwbaar ervaart, kan ervoor zorgen dat je je ongemakkelijk voelt bij onbekende mensen. Mensen met traumatische ervaringen ervaren een sterker onderscheid tussen de mensen bij wie ze zich veilig en op hun gemak voelen en de mensen voor wie dat (nog?) niet geldt.
Traumatische ervaringen als kind werken door in je volwassen leven
Traumatische ervaringen die je als kind meemaakt, werken dus in heel veel gevallen door in je volwassen leven. Soms is dat niet per se problematisch. Als jij op die ene plek in een café wilt zitten, omdat je je veilig voelt, zullen de mensen in je gezelschap daar vaak weinig problemen mee hebben. Als je doorlopend bang voelt en overal van schrikt, beperkt het je wel in je doen en laten. Het kost hoe dan ook veel energie om constant bewust of onbewust je omgeving te scannen.
* Lees ook: Hoogbegaafdheid en trauma *
Altijd in overlevingsmodus als traumarespons
In zekere zin ben je immers ook als volwassene nog steeds aan het overleven overleven. Deels zullen deze vormen van traumarespons met de tijd kunnen verminderen (of verergeren!) door nieuwe ervaringen. Deels zal je door therapie en artikelen zoals dit stukje voor je neus je nieuw inzicht geven. Misschien vermindert daardoor je schrikreactie. Anders helpt het je in ieder geval om te snappen hoe het komt. Dan is zelfcompassie op zijn plek en mag je het jezelf ook gunnen om de rust te pakken die je nodig hebt. Je mag er zijn en je bent het waard!